Sint-Petrusbasiliek

Gegevens

Steenstraat 41, 5831 JA Boxmeer

Contactpersoon KvhG:

Maria Venhuizen

Na de verwoesting van de Tweede Wereldoorlog werd de kerk onder de leiding van architect Valk in 1951 heropgebouwd en kreeg de kerk in het jaar 2000 de eretitel “Basilica minor”. De kerk is een parochiekerk maar eigendom van de Karmelieten, dus ook een kloosterkerk. In de basiliek bevinden zich belangwekkende voorwerpen uit alle tijden. Het houtsnijwerk van het orgel oksaal (zangzolder) is gemaakt door Jan Werkens uit Venray in 1637. Het marmeren grafmonument (1741) van graaf Oswald van den Bergh en zijn gemalin Maria gravin van Rietberg gemaakt door de Italiaan J.B.Xavery. Het borstbeeld van de heilige Titus Brandsma gemaakt door Petrus Roovers. De glas-in-loodramen van Eugène Laudy en Luc van Hoek. En natuurlijk de schrijn (1656) met daarin het relikwie van het kostbaar bloed (1400). Dit relikwie is al eeuwenlang voorwerp van verering, vooral tijdens de jaarlijkse bloedprocessie, “De Boxmeerse Vaart”. Het verhaal van het bloedwonder speelt zich af rond 1400 waar tijdens de consecratie de wijn in de handen van, een aan de aanwezigheid van Christus twijfelende, priester veranderde in bloed. Het doekje uit 1400 bevindt zich nog altijd in de relikwiehouder uit 1656. Gedurende de Vaart wordt het relikwie tijdens de grote processie meegedragen. De huidige naoorlogse kerk is gebouwd op de fundamenten van minstens drie oudere kerken. De oudste aanwezige fundamenten dateren uit de 12 e eeuw.